Op donderdag, 25 november, vertrokken we met de trein vanuit Berchem naar Diksmuide. Daar bezochten we de IJzertoren en gingen we met de lift tot op de 22ste verdieping. Na dit bezoek en het eten van onze boterhammen stapten we naar de Dodengang. Daar speelden we in drie groepen een spel dat meester Jan voor ons maakte. Daarna gingen we verder tot het einde van deze oorspronkelijke loopgraaf. Daar konden we zien dat in WO I soldaten van geallieerden en centralen slechts op 50 m van elkaar zaten.
Sommigen reden met de auto met meester Jan en meester Arne al naar Ieper. Andere dappere kinderen stapten een heel eind naar de bushalte en reden met de bus naar Ieper. Daar smulden we van een lekkere spaghetti. Na het avondeten kleedden we ons aan en was het tijd om even souvenirtjes te kopen. Dan moesten we ons haasten om de Last Post onder de Menenpoort bij te wonen. Alle kinderen van grijs 1 en 2 zwegen zelfs langer dan één minuut uit respect voor de miljoenen slachtoffers van WO I. We gingen samen met de klaroenblazers op de foto. Na deze ceremonie wandelden we terug naar het kamphuis, deden onze pyjama aan en keken nog naar een aflevering van de Kampioenen op de laptop van meester Jan.
Enkele “soldaten” waren al om 6 uur ‘s morgens wakker! Na het inpakken van onze reistas en het smullen van een lekker ontbijt gingen we terug op stap, maar nu naar Zonnebeke om het Memorial Passchendaele Museum 1917 te bezoeken. Daar kon je zelfs door een dugout wandelen en door nagemaakte loopgraven. Ondertussen begon het te regenen en besloten de juffen en meesters om in een cafetaria iets te gaan drinken en binnen onze boterhammen op te eten. Nadien volgde er nog een lange tocht richting Tyne Cot, de grootste Britse begraafplaats in België. Als we het bezoekerscentrum buitenkwamen en naar de graven stapten begon het te gieten en heel hard te waaien. Het was ijskoud! Op het kerkhof bezochten we de graven van de soldaten die vorige week woensdag pas begraven werden. Hun lichamen werden 2 jaar geleden tijdens rioolwerken ontdekt. Via dna kon men van 8 van de 9 soldaten achterhalen wie ze waren. Juf Chris wees nog enkele belangrijke graven aan, maar ondertussen raakten we doorweekt en maakten we snel een einde aan dit bezoek. We haasten ons naar de bus en reden terug naar Ieper. Daar gingen we een uurtje vroeger dan voorzien frietjes met een hamburger eten. Tenslotte nog een korte wandeling naar het station en dan nog een lange treinreis naar Berchem om thuis een lekker warm bad te nemen. Zo konden we een beetje ervaren hoe hard het leven van soldaten wel was tijdens WO I in regen, koude en sneeuw, terwijl je in de modderige loopgraven moest overleven!